GEHAAKTE LENTEBANDJES.
LEUK ALS SERVETRING, ARMBANDJE OF OM EEN FLESJE...
DE BANDJES ZIJN ONGEVEER 16CM LANG, MAAR DOOR MEER/MINDER STEKEN OP TE ZETTEN
KUN JE ZE AANPASSEN AAN JE WENS.
*haaknld 2,5 of 3.
*Mississippi 3 (Katia).
Bandje;
Maak een lus in de draad op 10cm vanaf het begin.
Haak 48lossen + 1losse om te keren. Haak 48 vasten over de lossen, keer het
werk. Haak 3lossen (=1e stokje), dan op elke vaste 1 stokje haken, 1losse om te keren. Haak nog 1rij vasten en knip de draad op 10cm af.Er hangen nu 2 draden aan deze kopse kant van het haakwerk. Knip een draad van 22cm en rijg deze door de andere kopse
kant van het haakwerk, laat aan beide zijden 10 cm draad uitsteken.
Bloem; buitenste blaadjes.
RIJ 1;
Haak 6lossen en sluit met een halve vaste tot een ring, laat het draadje hangen,
dit gebruik je later om de bloem op het bandje te bevestigen.
RIJ 2;
Haak 3lossen(=1e stokje) +1losse. *1stokje in de ring, 1losse* (herhaal tussen *en* in het rond en sluit met 1halve vaste op de 3e losse van de vorige rij. =10stokjes.
RIJ 3;
Haak *5lossen(=lossenboogje LB), 1vaste op het 2e stokje van de vorige rij.*
Herhaal van *tot* in het rond en sluit met 1halve vaste op de halve vaste van de vorige rij.=5LB.
RIJ 4;
Haak in elk LB als volgt; 1vaste, 1half stokje, 1stokje, 1dubbel stokje, 1stokje, 1half stokje, 1vaste. Eindig met 1halve vaste in de halve vaste van de vorige rij=5 bloemblaadjes.
KNIP DE DRAAD AF OP ONGEVEER 7CM, HAAL DEZE AAN DE ACHTERKANT VAN DE BLOEM DOOR DE STEKEN, ZODAT HET WEER IN HET MIDDEN UITKOMT.
Bloem; binnenste blaadjes.
Gebruik
eventueel een andere kleur garen.
Haal met de haaknaald de draad onder de 2e losse van rij 2 door en maak 1losse=1e vaste. Leg het
uiteinde van de draad in de haakrichting en haak de volgende steken er omheen, dan is de draad meteen weggewerkt. Haak in hetzelfde insteekpunt nog 1half stokje, 1stokje. Haak 1dubbel stokje op de vaste van rij 2(van het buitenste bloemdeel, hier is ook de
vaste van het boogje van rij 3 ingemaakt)haak 1stokje, 1half stokje en 1vaste om de volgende lossen van rij 2. Haak op dezelfde manier 1vaste, 1half stokje, 1stokje, 1dubbel stokje, 1stokje, 1half stokje, 1vaste om de steken van rij2 en eindig met 1halve vaste
in de 1e halve vast van deze rij. Knip de draad af en werk het uiteinde weg.
DIT DEEL VAN DE BLOEM HEEFT OOK 5 BLAADJES.
Bevestig de bloem op het bandje en werk de draadjes netjes weg.